FAQ's
U kunt ons een concrete vraag stellen telefonisch of over de mail. Wij nemen dan contact met u op en we bespreken uw vraag. Als een eenvoudig antwoord mogelijk is, of een concrete prijsopgave voor enkele producten, dan geven wij u direct antwoord.
Is uw vraag complexer dan kunnen wij vrijblijvend een afspraak maken. We bespreken de details van uw situatie – wellicht op locatie – zodat wij u een op maat gemaakt advies kunnen geven. Voor de diensten en producten die Intech kan leveren, ontvangt u vrijblijvend een prijsopgave. Daarna is het aan u om te beslissen wat u gaat doen. Onze belofte aan u is een duidelijk en volledig antwoord op uw vragen!
Intech Veiligheidshekwerken zal er alles aan doen om de juiste maatregelen te nemen en deze op de juiste manier te engineeren, aan te sluiten en te programmeren. Alvorens veiligheidsmaatregelen op te leveren controleren wij ze allemaal op de juiste werking. Wij adviseren onze klanten om al bij het ontwerp van de veiligheidsmaatregelen goed te overleggen met de operators die dagelijks in deze omgeving moeten werken. De praktijk leert dat er een natuurlijke neiging is bij mensen om ‘lastige’ veiligheidsmaatregelen te omzeilen, te overbruggen of te saboteren. Door vooraf goed te overleggen met de operators en hen mee te laten denken kan dit zoveel mogelijk beperkt worden. Toch komen we nog regelmatig handmatig aangebrachte overbruggingen tegen die de werking van een veiligheidsmaatregel ongedaan maken. In de praktijk is een dergelijke overbrugging vaak ‘onder druk van de productiedruk’ aangebracht, soms met medeweten (of op verzoek van!) de leidinggevende.
Het opleveren van een gegarandeerd 100% veilige machine kan dus niet van Intech Veiligheidshekwerken gevraagd worden. Het blijft een samenspel tussen de producent van de machine, de fabriek die de machine, voorzien van veiligheidsfuncties, ter beschikking stelt aan haar medewerkers en de operators en leidinggevenden die dagelijks met de machine werken. Wel zal Intech Veiligheidshekwerken nadrukkelijk met u meedenken en adviseren over de beste oplossing voor machineafscherming, en waar nog eventuele aandachtspunten overblijven in de nieuwe situatie.
Intech Veiligheidshekwerken is hier transparant in. Op verzoek sturen wij u graag een catalogus met prijslijst, zodat u een kostenberekening kunt maken voor de ‘hardware’, de fysieke materialen. Deze catalogus en prijslijst heeft alleen betrekking op alle fysieke veiligheidscomponenten die wij aanbieden. De elektrische en mechanische montage bij u op locatie en het desgewenst aanpassen van de elektrische besturing, de zone-indeling en het programmeren van de safety-PLC berekenen wij op uurbasis. Daarvoor is het nodig dat wij uw specifieke situatie kennen en wij bespreken deze graag met u voor een reële kostenindicatie. Voor beide (veiligheidshekwerken en -componenten, en desgewenst de bijkomende werkzaamheden) geven wij u graag een vrijblijvende prijsopgave.
In veel fabrieken werken heftrucks en medewerkers of bezoekers/klanten door elkaar. Voor de drukste ‘kruispunten’ kan een veilige heftruck oversteekplaats een oplossing bieden.
Benodigde onderdelen voor een veilige heftruck oversteekplaats zijn:
- 2 stuks veiligheidspoort Intech 1009-001-00
- 2 stuks paal Intech 1007-001-00
- 2 stuks signaaldrukknop in kast ‘aanvraag oversteken’ op paal gemonteerd
- 2 stuks stoplicht unit voor heftruck
- 2 stuks stoplicht unit voor voetganger
- 2 stuks ultrasoon sensor instelbaar
- 1 stuks PLC bestuurde stuurkast voor het geheel
- 2 stickers procedure oversteken
En hoe werkt dit dan?
De oversteekplaats is voor de voetgangers normaal gesproken gesloten met elektrisch bediende poorten (1). Dus alvorens over te kunnen steken dient de voetganger hiervoor bewust een handeling te doen door het indrukken van een signaalknop ‘aanvraag oversteken’ (3). In deze signaaldrukknop zit een lamp die na het bedienen van de aanvraag gaat knipperen. Dit ter indicatie dat de aanvraag loopt. Pas als het stoplicht voor voetgangers (5) op groen springt, zullen de knipperende lampjes ‘aanvraag oversteken’ weer doven.
Voor het detecteren van een heftruck worden er 2 ultrasoon sensoren (6) geplaatst die beoordelen of er al dan niet een heftruck aanwezig is in het bereik van de oversteekplaats. Als er een heftruck wordt gedetecteerd, wordt er eerst gewacht totdat de heftruck weer uit het bereik van de oversteekplaats is. Als er geen heftruck (meer) wordt gedetecteerd, zullen de stoplichten voor de heftruck (4) op rood springen. Nadat de heftruckstoplichten (4) op rood staan, zullen de veiligheidspoorten (1) automatisch open draaien en de doorgang vrijmaken voor voetgangers.
Zodra de veiligheidspoorten volledig zijn geopend, zullen de stoplichten voor de voetgangers op groen springen. Als de stoplichten voor de voetgangers op groen staan, zal er een tijd van 6 sec. gaan lopen. Na het verstrijken van deze tijd zullen de groene lampen gedurende 4 sec. gaan knipperen. Na deze 4 sec. zal het stoplicht (5) weer op rood gaan staan en zullen de veiligheidspoorten automatisch dicht draaien en de doorgang afsluiten voor voetgangers.
Wordt er gedurende de tijd dat de stoplichten voor voetgangers (5) op groen staan, of groen knipperen, op de signaaldrukker gedrukt ‘aanvraag oversteken’ (3) dan zal de tijd van 6 sec. opnieuw gaan lopen en blijven de veiligheidspoorten dus langer open.
Wanneer de veiligheidspoorten weer volledig zijn gesloten, zullen de stoplichten voor de heftruck (4) weer op groen springen. Vanaf dit punt kan de cyclus zich herhalen.
Dit staat beschreven in EN-ISO 13857: 2008, tabel 2. Intech maakt de veiligheidshekwerken op maat, uw beschermde constructie is dus in elke afmeting verkrijgbaar. Wij hanteren deze tabel uit EN-ISO 13857 altijd als minimale norm voor de betreffende hoogte en afstand.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)
Een robot is een krachtige machine die in zijn bewegingen begrensd wordt door zijn ‘reach’ (armlengte). Een robot is uitgerust met sensoren die de robot uitschakelt bij een bepaalde gevoelde weerstand (collision detection). Meestal is er dan al wel sprake van een ‘crash’, zij het dat de schade beperkt wordt. U kunt een extra functionaliteit aanschaffen en programmeren, dit is de Dual Check Safety (DCS). DCS is een intelligente geïntegreerde softwareoplossing waarmee in feite een 3D virtuele ‘kooi’ om de robot wordt geprogrammeerd waarbinnen de robot beweegt. Veelal ligt deze ‘kooi’ binnen de fysieke veiligheidshekwerken.
De Intech veiligheidshekwerken zijn zeer robuust en geschikt voor industriële toepassing in een stoffige of anderszins vervuilde omgeving. Alle onderdelen kunnen letterlijk en figuurlijk tegen een stootje, en onze hekwerken zijn sterk genoeg om de ‘collision detection’ van een robot in te schakelen waardoor de schade beperkt blijft!
Vanuit veiligheidsperspectief wordt de discussie gevoerd of machines afgeschakeld moeten worden in de hoofdstroom of in de stuurstroom. Welke keuze voor u de beste is, hangt af van uw bedrijfssituatie. Wat achtergrondinformatie:
Situatie ‘veilig afschakelen in de stuurstroom’
Men spreekt over het veilig afschakelen in de stuurstroom als zich in de stuurstroom in serie twee relais (ieder relais heeft één contact) bevinden die normaal beide aangestuurd worden vanuit de Safety PLC om het motorrelais al dan niet te bekrachtigen. Men spreekt van redundantie, oftewel twee serieel geschakelde relais waarvan er dus altijd één de gewenste functie uitvoert. Met het al dan niet bekrachtigen van het motorrelais maakt men de motor al dan niet spanningsloos. Een alternatief voor twee serieel geschakeld relais in de stuurstroom is een noodstoprelais.
Deze noodstoprelais zijn zo gemaakt dat ze niet kunnen blijven ‘kleven’, in het noodstoprelais is het contact tevens dubbel uitgevoerd (2 contacten in serie). Een noodstoprelais is een betaalbaar alternatief voor een Safety PLC (afhankelijk van de omvang van de installatie). Een noodstoprelais is alleen geschikt voor lage ampèrages, waardoor het alleen toegepast kan worden in de stuurstroom en niet in de hoofdstroom.
Voor- en nadeel van het ‘veilig afschakelen in de stuurstroom’
Afschakelen in de stuurstroom heeft als voordeel dat slechts een beperkt gedeelte van uw productieproces wordt stilgelegd. Vaak is het inbouwen van relais in de stuurstroom minder ingrijpend dan wanneer deze worden ingebouwd in de hoofdstroom.
Het risico is dat ondanks de redundantie, het motorrelais niet goed functioneert. Aangezien er in deze situatie slechts één motorrelais in de stuurstroom naar de motor zit, betekent dit dat de motor niet spanningsloos is en toch nog kan functioneren.
Situatie ‘veilig afschakelen in de hoofdstroom’
Men spreekt over het veilig afschakelen in de hoofdstroom als zich in de hoofdstroom twee afzonderlijke relais bevinden die beide aangestuurd worden vanuit de Safety PLC of een contact van een noodstoprelais om de hoofdstroom al dan niet door te laten. Hier is sprake van redundantie, waarmee bedoeld wordt dat de kans heel klein is dat beide relais hun functie niet naar behoren uitvoeren. Consequentie van het afschakelen in de hoofdstroom is dat álle motoren in de desbetreffende zone spanningsloos worden gemaakt.
Voor- en nadeel van het ‘veilig afschakelen in de hoofdstroom’
Voordeel en nadeel van het ‘veilige afschakelen in de hoofdstroom’ is dat de hoofdstroom in een zone redundant wordt afgeschakeld en de motoren in die zone allemaal spanningsloos worden gemaakt. Ingeval van een noodstop gebeurt dit direct. Ingeval van een aangevraagde stop gebeurt dit gecontroleerd en worden bepaalde handelingen in de zone eerst afgemaakt. Het nadeel van het afschakelen in de hoofdstroom is dat het in bestaande situaties tamelijk ingrijpend is. Vaak moet in de hoofdstroom een extra kast geplaatst worden met de hoofdstroomrelais. Dit is kostbaar.
Wat ziet Intech in de praktijk
In de praktijk wordt bij nieuwe machines altijd veilig afgeschakeld in de hoofdstroom, dat is de gangbare stand der techniek. Bij bestaande installaties wordt met een veilige afschakeling in de stuurstroom, juist vaak gebruik gemaakt van een vergrendelbare werkschakelaar op de motoren. Met zo’n werkschakelaar wordt de motor spanningsloos gemaakt, in het geval van een niet-functionerende motorrelais wordt met de werkschakelaar de motor vanaf die werkschakelaar toch spanningsloos. Door de werkschakelaar met behulp van een hangslot te vergrendelen, kan niemand anders dan de monteur met de sleutel de motor weer aanzetten. De vraag is of bij aanpassingen aan de machine sprake is van een ‘substantiële wijziging’ van de machine omdat in dat geval voldaan zou moeten worden aan de huidige stand der techniek.
Wat wij in de praktijk ook zien, is dat de gebruiker van de machine ervoor kiest om zo min mogelijk risico te willen lopen en ook zo min mogelijk taken en verantwoordelijkheid bij de monteurs te willen leggen (verplicht gebruik van werkschakelaars en vergrendelen van werkschakelaars). De gebruiker van de machine besluit dan vaak om ook bij kleinere (niet-substantiële) aanpassingen aan de machine toch een veilige afschakeling in de hoofdstroom te voorzien.
Een machine maakt vaak onderdeel uit van een samengestelde installatie waarin meerdere machines in lijn geplaatst zijn. Vaak is zo’n installatie opgedeeld in zones die apart van elkaar betreden kunnen worden. Door tussen de zones bufferruimte te creëren, kan men vaak snel in één zone een handeling verrichten zonder dat de hele installatie stil valt. Vanuit veiligheidsoogpunt is er een aantal belangrijke aspecten om rekening mee te houden:
- Wanneer toegang gevraagd wordt, dienen alle machines in die zone uitgeschakeld/stroomloos gemaakt te worden.
- De toevoer van grondstoffen/halffabricaten naar die zone dient ook gestopt te worden.
- Het moet niet mogelijk zijn om vanuit deze ene zone onbedoeld/per ongeluk in een aangrenzende zone te kunnen komen waarin de machines nog gewoon hun werkzaamheden verrichten.
Dit laatste punt betreft de zogenaamde zone-overgangen. Het werken met een zone-indeling in een installatie vraagt aandacht voor het programmeren van de Safety PLC, het monteren en aansluiten van de veiligheidsfuncties en het zeer zorgvuldig bepalen welke motorgroepen bij het activeren van een bepaalde veiligheidsfunctie worden afgeschakeld. De elektrotechnische engineers en safety PLC programmeurs van Intech adviseren en begeleiden u daarbij vanaf ontwerpfase tot aan oplevering. In onze 25 jaar lange ervaring weten wij dat fysieke zone-overgangen het cruciale aandachtspunt zijn bij het plaatsen van effectieve machineafscherming. Veel ongelukken vinden juist daar plaats!
De Nederlandse wetgeving die betrekking heeft op de inkoop van machines valt uiteen in 2 afzonderlijke delen.
De Arbowet heeft betrekking op de veiligheid binnen bedrijven, de veilige werkomgeving die de werkgever aan zijn werknemers moet bieden en de verantwoordelijkheden die daarbij horen.
De Warenwet is de wetgeving die betrekking heeft op de veiligheid van ingekochte en in bedrijf te stellen arbeidsmiddelen, waaronder machines en installaties, waarbij de bouwer of de leverancier verantwoordelijk is voor een veilige werking daarvan.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)
Voor bedrijven die machines, samenstellingen daarvan, of installaties inkopen, zijn zowel de Arbowet als de Warenwet van groot belang. Deze wetten vullen elkaar aan. De illustratie laat de relatie zien tussen de nieuwbouwfase van machines en de gebruiksfase van machines. Tevens laat de illustratie zien hoe de verantwoordelijkheden verdeeld zijn tussen de producent en de gebruiker van de machine.
Het aanbrengen van wijzigingen aan een machine is een doorlopend voorkomend iets. Dit betekent echter zelden dat een wijziging zo ingrijpend is dat er opnieuw moet worden voldaan aan alle CE-verplichtingen, zoals het opnieuw aanleggen van een technisch constructiedossier, gebruikershandleiding en een EG-verklaring van overeenstemming. Volgens de Machine Richtlijn moet dit wel gebeuren als er een ingrijpende of substantiële wijziging plaatsvindt.
Wanneer spreekt men van een ingrijpende of substantiële wijziging?
- Als de functie van de machine anders wordt dan door de fabrikant is omschreven.
- Als er door de aanpassingen nieuwe risico’s ontstaan.
- Als de bestaande risico’s worden vergroot.
Hierbij worden in principe wijzigingen bedoeld die een functionele verandering van de machine tot gevolg hebben en/of ingrijpende werktuigbouwkundige aanpassingen die nieuwe risico’s met zich mee zouden kunnen brengen. Onderstaande figuur geeft weer welke stappen men kan doorlopen om te bepalen of er sprake is van een substantiële wijziging aan de machine.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)
Er kunnen dus veel aanpassingen of verbeteringen aan een machine worden aangebracht zonder dat het CE-traject opnieuw moet worden doorlopen. Met name in de elektrische besturing kan behoorlijk veel worden aangepast.
Welke wijzigingen worden niet gezien als ingrijpend of substantieel?
- Onderhoud gedreven wijzigingen, vervangen van onderdelen voor reserveonderdelen. Ook als deze van een ander type zijn. Als de functionaliteit maar gelijk is.
- Reparaties of verbeteringen aan de machine. Als een dergelijke aanpassing leidt tot verhoging van bepaalde emissies of risico’s kan er toch sprake zijn van substantiële wijziging.
- Het toevoegen van veiligheidscomponenten. Zoals het bijplaatsen van een noodstop of het aanbrengen van aanvullende afschermingen zoals lichtschermen, hekwerken of een geluidsomkasting.
- Het vervangen van bestaande (veiligheids)componenten door componenten volgens de huidige stand der techniek. Vervanging van veiligheidscomponenten zullen in de regel de veiligheid vergroten waardoor een verhoging van risico’s niet aan de orde is.
Het vervangen van bijvoorbeeld een PLC-besturing is dus geen substantiële wijziging. De functionaliteit van de machine verandert hierbij immers niet. Ook het vervangen van veiligheidscomponenten zoals noodstoprelais/veiligheidsrelais door een ander type, zoals een safety PLC, leidt niet tot een substantiële wijziging als dit tenminste leidt tot een vergroting van de veiligheid.
Bij het vervangen van de gehele, of een groot deel van de, elektrische besturing is nog steeds geen sprake van een substantiële wijziging, maar vervanging van een component van de machine. Het is zaak dat deze wordt vervangen conform de stand der techniek en de huidige normering.
Dit betekent dat het redundant afschakelen in de hoofdstroom (met ten minste 2 hoofdstroomrelais) vereist is in de veiligheidscircuits van het nieuwe besturingspaneel wanneer deze compleet wordt vervangen (bij PL d of PL e volgens EN-ISO 13849-1). PL d en PL e houdt per definitie in dat er redundant moet worden afgeschakeld, conform NEN-EN-ISO13849-1 , 2016 (vorige versie 2008).